Als de bewoners van het Menarahof in Amsterdam-West binnenkort een stortbui uit de hemel zien komen, zal een onzichtbare spons het overtollige regenwater opzuigen. Die spons bevindt zich onder het pleintje met bankjes en wat bomen. Hij strekt zich zo’n 13 meter uit en kan zich voor 95 procent vullen met water. Dat komt neer op bijna 40 kuub, oftewel 40.000 liter regenwater.
Deze wateropslag is van steenwol gemaakt en wordt opgebouwd uit losse platen die werkmannen in een afgegraven stuk grond plaatsen. Steenwol? Dat is toch isolatiemateriaal, zoals voor de zolder?
“Daar lijkt het ook ontzettend op”, zegt Daan Los op het plein vlakbij station Sloterdijk. Hij is adviseur stedelijke klimaatadaptatie van Rockwool, het Deense bedrijf dat dit product levert. Rockflow heet het. “Isolatiemateriaal is zo zacht als een hoofdkussen. Dit materiaal hier is steviger en veel sterker.”
Als bewijs klimt hij in de kuil en boven op de constructie in aanbouw. Die is sterk genoeg om later een onderhoudsvoertuig te dragen. “Dit moet een extreme bui van 70 millimeter in een uur gaan opvangen. Dat is een flinke, hoor: dan valt er per vierkante meter zeven liter water”, zegt Los, en hij komt weer naar beneden.
Het KNMI noemt neerslag boven de 25 millimeter in een uur een hoosbui, en een dag met meer dan 50 millimeter is een dag met zware neerslag. De dubbele waarden, dus boven de 50 millimeter in een uur en 100 millimeter op een dag, zijn voor het Nederlandse klimaat redelijk extreem. Ze komen op een bepaalde locatie eens per eeuw of iets vaker voor. Zo’n extreme bui van een uur treedt vrijwel ieder jaar ergens in Nederland op.
Omdat extreem weer door klimaatverandering vaker te verwachten is, heeft de gemeente Amsterdam een aantal jaar geleden al in kaart gebracht welke delen van de stad extra gevoelig zijn voor wateroverlast.